Wel last, geen overlast van de campuswacht

Je bent zelden blij met ze, maar toch zijn ze er: beveiligers op de campus. Leslie Ambal, langstudeerder en campusfossiel, laat in een rondje over het UT-terrein de sporen van de campuswacht zien. ‘Ze horen er een beetje bij.’

‘We hebben een stuk of twintig mannetjes en vrouwtjes (allemaal ‘Charlie’ geheten) rondrijden op de campus. Meestal zitten ze aan de koffie en donuts in hun hoekje in de Spiegel. Als ze ergens een melding van binnenkrijgen dan dobbelen ze en degene die het laagste gooit moet op de melding af. Meestal blijven ze lekker warm in hun wagentje zitten. We vermoeden dat ze soms iets pro-actiefs ondernemen, maar dat weten we niet zeker’, aldus Ambal.

We stappen op de fiets om enkele hotspot van Charlie-activiteiten te bekijken. ‘Je kunt van alles aantreffen, van koperdiefstal tot studentje-pesten. Maar het liefste doen ze helemaal niets’.

Vuurtje op open veld

De eerste plek die Ambal laat zien is op de Calslaan. Op een open stuk veld tussen de flats van Calslaan Nieuw en Calslaan Oud ligt een mooie vuurplaats. ‘Dit is een hotspot voor de campuswacht, ze komen er al maanden, misschien zelfs jaren. Het is redelijk dicht bij hun uitvalsbasis, dus de makkelijkste plek om studenten te storen die een leuk en veilig vuurtje willen bouwen.’ Restanten herinneren aan een voormalig bezoekje van Charlie: kapot gereden gras, uitgelopen roetsporen van het blussen. ‘Als een vuurtje wordt afgebroken bouwen studenten hem niet direct weer op. Ze wachten tot de campuswacht de hoek om is en gaan dan pas weer verder’. ‘De zomer is een mooie tijd voor Charlie. Studenten hoeven niet te studeren en vieren dat graag. Dat is mooi te verpesten’.

Politie bellen bij de Hogekamp

Verderop prijkt een stukje afgebladderde, maar nog niet vergane glorie: de Hogekamp. Zo’n leegstaand, verlaten gebouw is een ideale plek om over de campus uit te kijken. Toch loopt het hier niet storm, zegt het campusfossiel ‘Om er te komen moet je de weg weten. Je hoeft niets te vernielen, maar moet gewoon even weten waar je het hek over kan en hoe je het gebouw binnenkomt. Onschuldig en respectvol. De campuswacht treft hier wel eens studenten aan die met een wijntje in de hand willen genieten van zonsopgang. Dan belt Charlie de politie, want eigenlijk mogen ze zelf helemaal niets.’

Ambal: ‘Het hoogtepunt was toen studenten een Batmanlogo op de schoorsteen hadden geschilderd. De universiteit laat het gebouw al drie jaar verpauperen, en deze studenten hadden iets ludieks bedacht met prominente zichtbaarheid vanaf de campus. Medewerkers van de campuswacht hadden ze betrapt en schakelden direct de politie in, die voor honderden euro’s aan boetes uitdeelde voor iets dat helemaal geen kwaad kon. Mensen van Charlie waren graag politieagent geworden, dus vinden niets mooier dan studenten boetes aannaaien. Misschien verzinnen ze wel iets waardoor studenten een paar dagen in de cel belanden, hoewel ik niet weet of deze campuswachters daar toe in staat zijn.’

Seksen bij Ludica

Tijdens het rondje campus vertelt Ambal over de omgang van Charlie met schoonmaaksters. ‘Wel seks, geen liefde. Soms worden ze gebeld door Asito-medewerksters, en gaan ze eroverheen. Dat is minimaal één keer per maand. Ze maken wel eens gebruik van de douches en toiletten van het tennispaviljoen, al wil de voorzitter van de Student Union dat niet hebben.’

Op de campusfeestjes

Onze volgende stop is bij de de kruising Langenkampweg en Matenweg. Charlies zouden hier regelmatig een sigaretje roken. ‘Wie weinig werkt en toch geld verdient…’ zegt langstudeerder Ambal, waaruit de nodig bewondering blijkt. Aan de andere kant van de weg is de WBW, waar je zelden campuswacht treft ‘Campuswachters willen niet moe worden: ze zijn bijna werkschuw.’, aldus Ambal.

De laatste plekken die we bekijken zijn de campuswoningen waar jaarlijks terugkerende flatfeesten worden georganiseerd. Deze worden langzaam maar zeker door de campuswacht geruïneerd. Het organiseren is aan steeds meer achterlijke regeltjes gebonden en als huis wordt je steeds meer ontmoedigd de campus een bruisende plek te maken. ‘Er is teveel gesnoeid, jammer. Het was een mooie plek, het zag er echt goed uit. Stel je voor dat je net als ik twintig jaar geleden op de campus was…’

Geen walhalla

De mening van Ambal over de campuswacht is tweeledig. Hij erkent de problemen, maar relativeert die ook. ‘Op een gegeven moment gaat Charlie overlast veroorzaken, zoals in het woongedeelte. Ze hebben een bepaalde behoefte dat te doen, en een van de campuswachters vindt het niet leuk als studenten alcohol op hebben en plezier maken. Aan de andere kant, we moeten ook niet iedereen hier toelaten, de campus moet geen walhalla voor koper-, laptop- en fietsendieven worden. En het is goed dat de meeste Charlies de taal van de hangjongeren spreken.’

‘De overlast die je als student van de campuswacht ondervindt zou beperkt worden als Charlie zich enkel met de beveiliging van de onderwijs- en onderzoeksvleugel van de campus bezighouden. Ze lopen dan minder in de weg en doen nuttig werk. Ook bij noodgevallen in het woongedeelte zou een rol van Charlie kunnen liggen, maar dan om studenten in nood te helpen. Als je dat vergelijkt met het aantal keren dat ze nu op studenten afgaan…’

We eindigen de ronde op zijn campuskamertje. ‘Hoe campuswachters reageren hangt af van hoe je ze benadert. Als je ze agressief benadert, kunnen ze agressief reageren. Maar als je ze vriendelijk benadert is er meestal geen probleem. Ze horen er ook een beetje bij’.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *